Signalerings- en registratiesystemen zoals Zorg voor Jeugd staan vaak ter discussie als het gaat om privacy van cliënten. Het is terecht dat we zorgvuldig om moeten gaan met persoonsgegevens en de privacy van jeugdigen. Bij de invoering van het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd zijn daartoe diverse maatregelen getroffen. Zo is in opdracht van de provincie een extra juridische toets uitgevoerd ten aanzien van privacy.
Het belangrijkste uitgangspunt is dat binnen het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd alleen zogenoemde ‘dat’-informatie wordt uitgewisseld en geen inhoudelijke ‘wat’-informatie.
Sinds mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing om privacy van burgers en ondernemingen te beschermen. Deze privacywetgeving geldt voor de hele Europese Unie en vervangt de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).
Binnen Zorg voor Jeugd worden persoonsgegevens verwerkt in de zin van de AVG. De wettelijke basis voor deze gegevensverwerking ligt in de Jeugdwet (artikel 7.1.4.3).
De volgende gegevens worden in Zorg voor Jeugd verwerkt:
– BSN
– Naam (voornaam + achternaam)
– Geslacht
– Geboortedatum
– Adresgegevens (indien niet geheim)
In het kader van gegevensverwerking worden tevens de identificatiegegevens en contactgegevens van de meldingsbevoegde die het signaal of ketenregistratie afgeeft, verwerkt.
Gegevensverwerking is rechtmatig indien de verwerking noodzakelijk is om te voldoen aan een wettelijke verplichting. Zorg voor Jeugd geeft uitvoering aan een wettelijke verplichting, te weten: de Jeugdwet. De AVG vereist wel dat betrokkenen geïnformeerd worden over het afgeven van een signaal en/of ketenregistratie. (Zie daarvoor artikel 13 en 14 van de AVG).
Voor adviezen over het voldoen aan de informatieplicht of het vragen van toestemming zie Vraag en antwoord.
Binnen Zorg voor Jeugd wordt een onderscheid gemaakt tussen ketenregistratie en signaalregistratie. Ketenregistratie wil zeggen dat een jeugdige, die bij een hulpverleningsinstelling geregistreerd staat met een hulpvraag, ook geregistreerd wordt in Zorg voor Jeugd. Met een signaal kunt u aangeven dat u zich zorgen maakt over een jongere. U ziet een risico voor een gezonde lichamelijke, psychische, sociale of cognitieve ontwikkeling. Deze signalen komen van hulpverleningsinstellingen, maar ook van de zogenoemde vindplaatsen, zoals onderwijs, leerplicht en werk en inkomen. Door beide functies in Zorg voor Jeugd in te voeren, krijgen partijen in de keten een compleet beeld van wie betrokken zijn bij een jeugdige.
Criterium voor instellingen die als signaalgever zijn aangesloten op Zorg voor Jeugd is dat de signaalgevers functionarissen zijn die op basis van hun professionaliteit in staat zijn om te beoordelen of iets een zorgsignaal is. Deze functionarissen mogen een signaal over een jeugdige afgeven als ze de jeugdige of diens ouders/verzorgers daar vooraf over informeren. Toestemming is niet nodig. Vooraf informeren hoeft niet als er een gevaar dreigt voor de jeugdige of voor de signaalgever. Deze afweging moet de signaalgever zelf maken en kunnen verantwoorden.
Een ketenregistratie mag worden verricht door instellingen die hulpverlening bieden aan jeugdigen. Dat mag alleen gebeuren op basis van vooraf vastgestelde objectieve criteria. Daarbij gaat het alleen om jeugdigen die bij de instelling geregistreerd staan met een hulpvraag.
Wanneer in Zorg voor Jeugd twee of meer signalen of ketenregistraties over dezelfde jeugdige worden vastgelegd, wordt automatisch een ketencoördinator aangewezen. Vanaf dat moment kunnen betrokken partijen mondeling informatie uitwisselen over wat er met een jeugdige aan de hand is. Deze informatie wordt niet in Zorg voor Jeugd vastgelegd. In de AVG is geregeld dat hiervoor toestemming nodig is van de betrokkene(n). Dus pas op het moment van een match is er op grond van de AVG toestemming nodig.
Uit het oogpunt van privacy zijn de volgende maatregelen voor het gebruik van het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd getroffen: